Geen diesel- en benzinewagens meer bij Lantis

Lantis, de organisatie achter de Oosterweelverbinding in Antwerpen, maakt ook voor de eigen medewerkers vlot en duurzaam woon-werkverkeer mogelijk. Het zet daarvoor in op fietsen, deelsystemen, parkeerplaatsen aan de rand van de stad en een groen wagenplan.

Hermien Vanoost
Slimmer en groener onderweg • 10 juni 2021

Deel dit artikel
LinkedIn Facebook Twitter

Sinds de Vlaamse regering, de stad Antwerpen en de burgerbewegingen in 2017 een routeplan voor Antwerpen neerpenden, is het Oosterweelproject echt uit de startblokken geschoten. “De grote infrastructuurwerken, met de tunnels en de overkapping, springen het meest in het oog”, zegt Annik Dirkx, woordvoerder bij Lantis (vroeger de BAM) , “maar Oosterweel gaat over veel meer. Bijvoorbeeld ook over duurzame verplaatsingen stimuleren.”

Mobility as a service

In de eigen rangen lijkt Lantis daar goed in te slagen. Voor de coronacrisis gebeurde al 60% van de verplaatsingen met de fiets. Slechts een vierde van de medewerkers stapte nog in de wagen voor woon-werkverkeer. “We promoten de alternatieven zoveel het kan”, legt HR-verantwoordelijke Caroline Vanwanseele uit. “We bieden leasefietsen aan, geven een fietsvergoeding en betalen abonnementen voor openbaar vervoer en deelsystemen terug. Via de mobiliteitsapplicatie Skipr maken we het mogelijk om vlot verschillende modi te combineren en te betalen. Het gebruik van de wagen ontmoedigen we, bijvoorbeeld door werknemers slechts een beperkt aantal keer toegang tot het parkeergebouw te geven.”

Elektrische bedrijfswagens

Wie voor een bedrijfswagen in aanmerking komt, kan kiezen tussen CNG-, hybride of elektrische motorisatie. Diesel- en benzinewagens biedt Lantis niet meer aan. Medewerkers die dat willen, kunnen de wagen inruilen voor een mobiliteitsbudget. “Die formule kent behoorlijk succes”, zegt Vanwanseele. “De mindset is op korte tijd veel veranderd. Medewerkers zien de bedrijfswagen niet meer als een statussymbool, maar als een noodzakelijk middel om zich te verplaatsen.”