Duurzaam stadhuis op maat van medewerkers en burgers

Roeselare bouwt het duurzaamste stadhuis van Vlaanderen. Daarmee wil de stad niet alleen scoren op vlak van duurzaamheid. Het nieuwe gebouw is ook helemaal op maat van mensgericht hybride werken en vlotte dienstverlening. Voor medewerkers en burgers is de opening van het nieuwe stadhuis in 2024 goed nieuws.

Matthias Van Milders
15 november 2021

Deel dit artikel
LinkedIn Facebook Twitter
Stad Roeselare

De ambitie om het duurzaamste stadhuis van Vlaanderen te bouwen is niet zo vreemd. Dat geeft schepen van patrimonium Nathalie Muylle aan. “Stad Roeselare investeert al langer in meer groen in het openbaar domein. Toch hebben we als centrumstad het imago eerder verhard te zijn. Met ons nieuwe stadhuis willen we volop onze voortrekkersrol opnemen. Het strookt ook met ons klimaatplan.”

Participatie

Het nieuwe stadhuis is gericht op het nieuwe werken en wordt een hybride werkplek, schetst schepen van personeel en organisatie Henk Kindt. “Plaats- en tijdsonafhankelijk werken bestaat al lang bij stad Roeselare. In het nieuwe gebouw spelen we daarop in. Medewerkers hebben er niet per se een vaste werkplek, maar vinden hun plaats in zogenaamde nesten. Dat zijn ankerpunten per dienst, die we ook voorzien van specifieke ruimtes voor concentratietaken, telefoons of samenwerking. Belangrijk is ook dat de medewerkers tijdens de ontwerpfase per dienst samen bekijken waaraan ze nood hebben.”
Die participatie van de medewerkers is een van de drie pijlers van de bouw van het nieuwe stadhuis, zegt Nathalie Muylle. “De andere twee zijn de bouw zelf en de sloop van enkele oude gebouwen. Met ons nieuwe gebouw ambiëren we het BREEAM-duurzaamheidslabel ‘Excellent’. Dat is een hele hoge score, de op een na hoogste van BREEAM (Building Research Establishment Environmental Assessment Methodology). Het label stelt eisen op vlak van gebruik van materialen, luchtkwaliteit, gezondheid, hernieuwbare energie of inzet van buitenruimtes. Onze keuze voor houtskeletbouw kadert hierin.”

Circulaire sloop

“De laatste pijler is wat we noemen de circulaire sloop”, gaat Nathalie Muylle verder. “Het historische stadhuis gaan we uiteraard behouden en enkele gebouwen uit de jaren 1910 en 1920 worden in ere hersteld. Maar andere gebouwen maken plaats voor een hedendaags en duurzaam ontwerp en voor de nieuwe binnentuin.”
“Voor die gebouwen werden gesloopt, bekeken we welke materialen we nog kunnen gebruiken. Die vinden hun weg naar het nieuwe stadhuis of andere stedelijke gebouwen. Denk aan ledverlichting die we verplaatsten naar een basisschool of de recuperatie van sanitair en verwarmingsketels. Toch bleven nog vrij veel materialen over. Daarom lanceerden we een oproep naar de verenigingen waarop er vijftig reageerden. Zij verbeterden hun lokalen met zaken die anders gesloopt werden.”

Work-lifebalance

Een aangename werkplek draagt bij tot het psychosociaal welzijn, weet Henk Kindt. “Ook flexwerk en plaats- en tijdsonafhankelijk werken verbeteren de work-lifebalance. Uiteraard mag de goede dienstverlening niet in het gedrang komen. Teams maken afspraken rond telewerken en flexibele werkuren. Die traditie bestaat hier al tien jaar. Dat maakte dat we snel konden schakelen tijdens de coronacrisis.”
“De ervaringen uit het verleden gebruiken we om het beleid verder te verfijnen. Flexwerk is erg nuttig voor bijvoorbeeld kenniswerkers die avondvergaderingen hebben. Maar voor andere profielen werkt het vroegere systeem met stamtijden misschien beter. We bekijken hoe we het beste van verschillende werelden kunnen combineren op maat van medewerker, dienst en functie. En op dit moment zijn we niet van plan om telewerken te verplichten, zoals in sommige andere steden het geval is. Het blijft een keuze van elke medewerker in samenspraak met het team.”
“Vertrouwen is een kernwaarde van stad Roeselare. We merken dat dit een gunstige invloed heeft op het welzijn. Als stadsbestuur willen we daarin onze verantwoordelijkheid nemen. Dat doen we onder meer door coaching per team aan te bieden. Als medewerkers zich goed in hun vel voelen, heeft dat ook een positieve invloed op de dienstverlening aan de burger.”